Interview KUZ

Een interview door Kunstuitleen Zwolle naar aanleiding van een tentoonstelling aldaar van oktober t/m december 2016. “Iets wat je niet veel ziet binnen onze collectie: ‘Bijzonder opgeborgen’ is de expositie van Janine Vos de Mooij. Ze maakt de mooiste bewaardoosjes voor sieraden, foto’s of andere herinneringen. Wij spraken Janine over haar persoonlijke voorkeuren, toekomstdromen en vaste rituelen. Lees je mee?”

Wij stellen voor!

Wat is het beste advies wat je ooit hebt gekregen als kunstenaar?
Het eerste wat me te binnen schiet is juist iets wat ik niet heb opgevolgd. Een docente op de Kunstacademie zei: ‘Je moet oppassen dat je niet een heleboel dingen een klein beetje kan, dat je geen specialiteit hebt’. Maar ik heb zelf ontdekt dat dat juist mijn sterke kant is, dat ik van alles combineer en verzamel. Dus ik heb haar advies in de wind geslagen. Ik doe er ook zelfs nog een beetje edelsmeden bij sinds een paar jaar. Op één doos zit dan een zilveren knopje dat ik ook zelf gemaakt heb. Dat vind ik gewoon leuk, om zelf dingen te combineren.

Heb je vaste rituelen tijdens het maken van kunst? Werk je bijvoorbeeld liever met of zonder muziek?
Ik werk graag met muziek. Vooral klassiek, maar ook wel eens heel hard pop of rock. Het ligt er een beetje aan welke energie ik nodig heb. En andere vaste rituelen? Thee. Veel thee. En ik begin altijd met opruimen. Letterlijk, maar daardoor ook in m’n hoofd. ‘Waar was ik ook alweer mee bezig en wat wil ik nu gaan doen?’ Ik kom langzaam op gang.

Als je maar 1 kunstwerk in je leven mocht hebben: wat zou het zijn?
Ik zou wel een kunstwerk van Richard Long willen hebben, als ruimte en geld geen belemmering waren. Het heeft helemaal niets met mijn eigen werk te maken, maar misschien juist daarom wel. Quentin Blake (illustrator van Roald Dahl, Rothko (schilderij), Turner (schilderij), Joseph Cornell (collage/kistjes), papierkunst: ik zou het allemaal wel willen hebben!

Wie is je favoriete kunstenaar? En waarom?
Er zijn er een paar op hele verschillende terreinen. Ik houd bijvoorbeeld heel erg van landschapskunst, dat heeft dus helemaal niks te maken met wat ik zelf doe, maar dat vind ik wel heel inspirerend. En dat is onder andere Richard Long. Maar bijvoorbeeld ook Rothko, dat is schilderkunst. Heel groot werk, heel abstract en totaal anders. Als je het op een plaatje ziet, dan denk je: ‘Waar gaat dit over?’ Alleen maar wat vage kleuren die in elkaar overlopen, maar als je er voor staat in het echt is het zo indrukwekkend. Je wordt er helemaal ingezogen. Maar ik houd ook heel erg van impressionisten zoals Monet. Eigenlijk te veel om op te noemen.

Wat is een echte toekomstdroom op het gebied van kunst?
Een tijdje in Venetië werken. Daar ben ik in oktober 2013 voor het eerst geweest. Ik wilde daar al heel lang graag naar toe, maar het kwam er maar niet van. Mijn ouders wilden ook heel graag nog een keer, dus toen zijn we met zijn drieën geweest. Ik was helemaal ondersteboven, stapelverliefd. Toen dacht ik: ‘Ik weet niet hoe, maar ik wil gewoon daar drie maanden zijn. Ik ga dat zien te regelen.’ Dat is niet gelukt, maar ik ben wel drie weken geweest het jaar daarna en nog een aantal keer een week. Ik heb nog lang niet alles gezien en het smaakt alleen maar naar meer. Het is zo’n bijzondere sfeer.

Werk je aan meerdere werken tegelijk?
Ja. Ik heb heel veel dingen in mijn hoofd waar ik al mee bezig ben, maar die nog gemaakt moeten worden. Ik heb ook bewust een paar projecten – dat zijn ook een soort verzamelingen waar ik dan iedere keer weer een stukje aan maak – dat zijn eigenlijk doosjes in het groot. Dat is dan een kastje waar van alles in gaat.

Waar raak je door geïnspireerd en hoe vertaalt zich dat in je werk?
Door zo’n stad bijvoorbeeld, zoals Venetië. Er zitten heel veel papierwinkels in Venetië. Het papier marmeren is iets wat daar veel gedaan wordt. Dus die materialen heb ik meegenomen en verwerkt. Door al die kerken ben ik met heiligen bezig gegaan. Maar vorm is ook een inspiratiebron; soms is een doosje voor mij letterlijk een gebouw dat dan door de stad geïnspireerd is. Ik heb één doos die ‘IJburg’ heet. Het is een soort flatje, maar het kan ook een boot zijn of een eilandje. Het is nooit heel letterlijk maar associatief.